Didamseweg Kanaal

Didamseweg Kanaal

 

Grenzenloos schaken

op slimme borden uit Enschede

MADE IN TWENTE

ENSCHEDE - Ben Bulsink ontwikkelde al in de jaren tachtig een digitale klok om het Aziatische bordspel Go mee te kunnen spelen. Schaakliefhebber Albert Vasse uit Enschede hoorde erover en stelde Bulsink voor om zijn klok, die stond te verstoffen in een schuurtje, bij schaak te gebruiken. 

Bedrijf: Digital Game Technology, Enschede
Product: digitale schaakklokken en e-schaakborden
Opgericht: 1993
Werknemers: 20
Jaaromzet 2021: 4,5 miljoen euro
 


De wereldschaakbond FIDE had juist besloten dat spelers om tijdnood te vermijden 30 seconden extra speeltijd kregen bij iedere zet. „Maar mechanische klokken liepen alleen maar terug”, zegt Hans Pees, de huidige eigenaar van DGT. „De digitale schaakklok loste dat probleem op en bleek een uitkomst.”

De eerste digitale schaakklokken van DGT worden in Enschede met de hand in elkaar gezet. Maar al snel is er een model van kunststof dat het bedrijf in China liet produceren. Pees: „In een fabriek waar ook rekenmachines worden gemaakt. De FIDE heeft onze klokken omarmd, we mogen er het FIDE-logo op plakken en ze worden gebruikt bij alle officiële toernooien. We hebben een nieuw contract voor drie jaar getekend.” De prijs van DGT’s schaakklokken varieert tegenwoordig van 30 tot 70 euro. 

De volgende sprong voorwaarts komt in 1998, als DGT het eerste elektronisch schaakbord maakt. „Daarmee zijn we echt bekend geworden”, weet Hans Pees. „We maakten een houten bord dat was verbonden met de computer. Elke zet werd getoond op internet dat in die tijd net populair werd. Met DGT creëerden we ESPN Eredivisie Live voor het schaken. Liefhebbers overal ter wereld kunnen sindsdien alle grote toernooien live online volgen.”

 



Pees zelf kwam in 2009 in bij DGT. „Ik kwam uit het buitenland terug naar Nederland en ging schaken bij Matador in Wierden. Voor mijn club ging ik naar Enschede om bij DGT wat klokken op te halen. Ik kwam er voor 10 klokken en heb uiteindelijk het hele bedrijf gekocht. Ik ben bij DGT in dienst gekomen als verkoper en marketeer en heb het bedrijf in 2015 overgenomen. We hadden toen tien werknemers, nu zijn het er twintig.”

Heden

Sinds 2019 heeft DGT ook een eigen schaakcomputer: Centaur. Het bijzondere hieraan is volgens Pees dat de computer zich aanpast aan het niveau van de speler die hem gebruikt. Hans Pees „Onze programmeurs hebben een algoritme ontwikkeld dat ervoor zorgt dat de computer al na enkele zetten weet hoe goed de tegenstander is. Daardoor wordt het aantrekkelijk om tegen een computer te schaken.”

De Centaur heeft het bedrijf door de moeilijke coronatijd geholpen, zegt Pees. „Zo ongeveer over de hele wereld gingen alle schaakclubs dicht en toernooien werden afgelast. We exporteren naar 80 landen, dus we zaten bijna op een halvering van de omzet. Dat was schrikken. Maar nadat alles weer open was, hebben we dat kunnen wegpoetsen en zijn op een omzet van 3,5 miljoen euro uitgekomen.”



Toekomst

De huidige lockdown zorgt bij DGT niet voor spanning. Pees: „We hebben ons beste jaar ooit en staan net voor de introductie van een nieuw product: een schaakbord waarop je online kunt spelen. Schaken is ongeveer de grootste e-sport ter wereld. Je kunt via apps op je telefoon circa 100.000 tegenstanders vinden. Je downloadt de app van DGT en wordt draadloos met het bord verbonden. Jouw zetten en die van je tegenstander worden aangegeven door lichtcirkels op de velden. Ons nieuwe online schaakbord - DGT Pegasus - gaat rond de 250 euro kosten. We verwachten er veel van.”

En er is een verhuizing aanstaande. DGT vertrekt in maart van de Hengelosestraat naar De Marssteden in Enschede, waar een deel van het oude pand van JB Textiles is gehuurd. Pees: „We huren nu nog opslag elders, maar hebben straks alles onder één dak. Ons magazijn wordt een factor negen groter en we krijgen 750 meter kantoorruimte. Daar kunnen we voorlopig vooruit.”



Nog even dit…

Wij zijn er voor iedereen die zich betrokken voelt bij onze regio. Wil jij ook graag weten wat er bij ons speelt en wat dat voor jou betekent? Onze verslaggevers zijn de oren en ogen van de regio en staan midden tussen de mensen. Hierdoor zijn wij in staat je het allerbeste regionale nieuws te brengen zonder poespas, maar altijd met fatsoen. Maar je kunt natuurlijk ook bij ons terecht voor betrouwbaar (inter)nationaal nieuws, sport en entertainment. Wat je bij ons leest, ziet of hoort, dat mag je raken.

Bron: Tubantia. Gerben Kuitert 05-12-21

Je leest Tubantia al voor 1,20 per week.

 

Schachdorf Ströbeck

Schaakdorp Ströbeck
Het hele dorp staat in het teken van het schaakspel. Zelfs het dorpsplein is in het patroon van een schaakbord aangelegd. Dat komt omdat het dorp al eeuwen met het spel te maken heeft. Al in de 17e eeuw wordt Ströbeck genoemd. Keurvorst Friedrich Wilhelm von Brandenburg schonk toen een zilveren schaakspel aan het dorp. Toen in 1744 Frederik de Grote in het dorp op bezoek kwam, speelde hij een schaakpotje met de burgemeester. Na verloren te hebben, was hij zo onder de indruk dat hij vanaf dat moment elk jaar een afgezant naar Ströbeck stuurde. En als deze een schaakpartij verloor, werden de bewoners van het dorp een jaar lang alle belastingen kwijtgescholden. Kinderen krijgen in dit dorp ook schaakles, waar ze in vorm een toernooi ook examen in doen. Bron: Wikipedia.   
(KLIK HIER VOOR MEER)

Schaakpostzegels

Onze Patrick heeft een hele grote collectie schaakpostzegels.
Hier een greep uit zijn verzameling.
Voor meer zegels KLIK HIER
Voor een grotere afbeelding klik op de zegel.

Republiek Nicaragua (Hoofdstad: Managua) gelegen in Centraal Amerika grenzend aan Costa Rica, Honduras, de Grote Oceaan en de Caraïbische Zee.
Zegels voorstellend de beweging van de stukken.




















Voor meer postzegels   KLIK HIER

Jan Hein Donner


‘Begin ’81 was ik 53. Toen stierf mijn vader. Zes uur voor zijn 90steverjaardag; hij vond het blijkbaar onfatsoenlijk om zo oud te worden. Streng verbood hij mij, mijn gedachten over een athexefstisch christendom nog tijdens zijn leven op papier te zetten. Toen dacht ik ook zo oud te worden, nu ben ik al tevreden met 59. Eerst 59 en dan 60. In de 60 kun je rustig dood gaan, vind ik.’
J.H. Donner, Na mijn dood geschreven (p. 76)

Jan Hein Donner, geboren op 6 juli 1927 in Den Haag, was de zoon van Jan Donner, in die tijd minister van Justitie en na de oorlog president van de Hoge Raad, en Golida van den Burg. Hij was een oom van onze huidige minister van Binnenlandse Zaken, Piet Hein Donner.
Op zijn veertiende begon Jan Hein met schaken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef hij tweemaal zitten op het christelijk gymnasium, maar hij sloeg ook een klas over. Zijn studie medicijnen verruilde hij al snel voor rechten. Na het kandidaats stopte hij daarmee en werd professioneel schaker en schrijver. Zijn eerste grote succes behaalde hij in 1950 bij het Hoogovens Schaaktoernooi in Beverwijk, waar hij sensationeel won en oud-wereldkampioen Max Euwe achter zich liet. Hij was een man met een onregelmatige levensstijl, waardoor hij wisselend succes had. Zijn controverse met schaakmeester Lodewijk Prins na de Olympiade in Helsinki in 1952 werd breed uitgemeten in de pers.
In 1954 nam hij Euwe zijn kampioenstitel af (die deze 35 jaar bezat) door op het toernooi om het Nederlands Kampioenschap remise tegen hem te spelen, maar Donner heeft grootmeester Euwe nooit direct kunnen verslaan in een winstpartij. In 1957 won Donner in Wageningen weer de Nederlandse kampioenstitel en een jaar later deelde hij met Euwe de eerste prijs bij het Hoogovens Schaaktoernooi en werd hij voor de derde maal Nederlands kampioen. In 1959 kreeg hij van de wereldschaakbond de titel van grootmeester.
In die tijd raakte Donner bevriend met Harry Mulisch. Na de geboorte van Donners tweede kind bij zijn vrouw Irène van de Wetering, ging hij voor het eerst in loondienst werken bij computerbedrijf IBM. Een half jaar later had hij er al genoeg van, nam ontslag en begon artikelen over schaken te schrijven in De Tijd/De Maasbode en Elseviers Weekblad. Daarna schreef hij ook over andere onderwerpen in o.a. NRC Handelsblad,Hollands Diep, Podium en Avenue. Hij bestudeerde Mulisch’ boeken grondig. Toen hij bij een schaaktoernooi in Leipzig was, maakte hij een korte bedevaart naar Dresden, om de heilige plaatsen van Het Stenen bruidsbed te bezoeken.
In 1963 won Donner het 25e Hoogovens Schaaktoernooi en liet de Sovjetspelers David Bronstein en Joeri Averbach achter zich. Een jaar later nam hij deel aan het Capablanca toernooi in Cuba en zou er ook de volgende jaren aan deelnemen. Hij heeft daar met Ché Guevara (minister van Financiën), groot liefhebber van schaken, een partij gespeeld en ontmoette er Fidel Castro, die hem vertelde dat hij niet zoveel van schaken hield, omdat het teveel regels heeft. Donner werd bestuurslid van het genootschap Nederland-Cuba.

In 1965 zegevierde Donner bij het IBM-toernooi. Zijn vrouw Irène van de Wetering werd gemeenteraadslid voor Provo. Haar activiteiten voor deze anarchistische beweging leidden mede tot een breuk met Donner; in 1966 scheidden ze. Toch weigerde hij in datzelfde jaar Nederland te vertegenwoordigen vanwege de manier waarop de Provobeweging werd aangepakt.
In 1967 werd hij eerste bij het internationale schaaktoernooi in Venetië met een punt voorsprong op wereldkampioen Tigran Petrosian uit de Sovjet-Unie. Hij gaf de prijs, een gouden gondel met edelstenen aan de Vietcong, waardoor Elseviers Weekblad verder van zijn diensten afzag. In Oegstgeest werd hij in 1970 in een vierkamp van het Leids Schaak Genootschap tweede. Wereldkampioen Spasski won, de ex-wereldkampioen Botwinnik en de Deen Larsen eindigden als laatsten.
In 1971 deelde hij de eerste plaats van het Nederlands kampioenschap met Hans Ree. Donner beschreef Ree als een goed gedresseerde sukkel, waarop Ree tegenwierp dat ‘die dikke in zijn ruitjesjas zo langzamerhand passé was geworden’. In de beslissingstweekamp tussen de twee in november 1971 overwon Ree hem in de laatste partij. In hetzelfde jaar publiceerde Donner Mulisch, naar ik veronderstel. Hij vond het lezen van de boeken van zijn vriend Harry in veel opzichten een kolossaal karwei en noemde zijn eigen verslag van diens boeken een cursus voor beginners. ‘Op mij heeft Harry natuurlijk een enorme invloed gehad. Ik ben dingen gaan begrijpen, die ik niet begreep en ik heb hoop gekregen, dat niet alle menselijke arbeid volkomen zinloos is. Hij heeft mij zelf tot schrijver gemaakt.’ (Mulisch, naar ik veronderstel, p. 191) In Schaakbulletin, het blad waarvan Donner medewerker was geworden, uitte hij zijn kritiek op de Nederlandse schaakwereld; alleen Euwe ontzag hij.

In 1974 kreeg Donner zijn derde kind, nu bij zijn tweede vrouw Marian Coeterier en werd hij tweede in het Hoogovens Schaaktoernooi na de Amerikaan Walter Browne. Een jaar later publiceerde hij weer een boek over Mulisch: Jacht op de inktvis, over ‘de schrijver die zichzelf met inkt onzichtbaar maakt’ en ging hij voor de Volkskrantschrijven. Donner won in Delft van ‘Belle’, de wereldkampioen der schaakcomputers, waar hij minachting voor koesterde.
In augustus 1983 werd Donner getroffen door een hersenbloeding, waarna hij in de Valeriuskliniek, het Diaconessenhuis en tenslotte in verpleeghuis Vreugdehof in Amsterdam Buitenveldert werd opgenomen in een toestand die hij zelf omschreef als ‘Ik ben honderd procent invalide en ik ben honderd procent normaal’. Hij beschreef Vreugdehof als ‘een soort verzorgingshuis achter waar vroeger Euwe woonde en mevr. Euwe nog steeds woont.’ En hij meldde: ‘Ik kan absoluut niet lopen en zit dus in een rolstoel. Mijn handen zijn zeer onhandig, ik kan niet schrijven, maar in ’84 heeft iemand van de ergotherapie op de Overtoom mij het typen bijgebracht. Met 1 vinger kan ik op de computer nog aardig uit de voeten.’ (Schaaknieuws, 20 september 1986, opgenomen in De Koning. Schaakstukken)
Hij schreef er nog korte stukjes voor NRC Handelsblad.
In 1987 ontving Donner de Henriëtte Roland Holst-prijs voor zijn bundel Na mijn dood geschreven. Stukjes uit NRC Handelsblad, met het interview van Max Pam (1986) en Slecht nieuws voor iedereen. Nieuwe stukjes uit NRC Handelsblad, met een voorwoord van Renate Rubinstein (1987). In dat jaar werd het boek De Koning. Schaakstukken gepubliceerd, een bundel van zijn beste schaakartikelen, samengesteld door Tim Krabbé en Max Pam. Harry Mulisch, die hem model liet staan voor Onno Quist, een hoofdpersoon in De Ontdekking van de Hemel, reikte hem het eerste exemplaar uit met de woorden: ‘Die koning, Hein, dat ben jij’.
Op 27 november 1988 stierf Jan Hein Donner na een maagbloeding. Hij is 61 jaar geworden.
———————————————————————————————————–
J.H. Donner, Mulisch, naar ik veronderstel, De Bezige Bij, 1971
J.H. Donner, De Nederlander en andere korte verhalen, Boekenuitgeverij Keesing, 1974
J.H. Donner, Na mijn dood geschreven. Stukjes uit NRC Handelsblad, met het interview van Max Pam, Uitgeverij Bert Bakker, 1986
J.H. Donner, De Koning. Schaakstukken, Uitgeverij Bert Bakker, 1988

KLIK HIER voor Vrouwen kunnen niet schaken uit De Koning, schaakstukken.



In de Volkskrant  van zaterdag 20 oktober 1979 beschrijft Jan Hein Donner het eindspel van Koning-Toren-Pion tegen Koning-Loper-Pion een stelling uit de par­tij Timman-Velimirovic in Rio de Janeiro die voor de tweede keer werd afgebroken. Een eindspel dat tot op dat moment alleen nog in theorie bestaan had.

Remke Kruk

Remke Kruk (Apeldoorn, 1942) nam op 16 november 2007 afscheid als hoogleraar Arabische Taal en Cultuur aan de Universiteit van Leiden. De titel van haar afscheidscollege was:  GoudenWeiden van Arabische cultuur.
Voordat zij in 1990 in Leiden werd benoemd doceerde zij vele jaren aan de universiteit van Utrecht. Haar publicaties betreffen allerlei aspecten van de Arabische cultuur, speciaal (maar niet uitsluitend) die van de klassieke en voormoderne periode. De Grieks-Arabische wetenschaps- en filosofietraditie is een van haar onderzoeksterreinen. Daarnaast heeft zij veel gepubliceerd over de Arabische volksepiek.Ook vertaalde zij een aantal werken uit de klassieke Arabische literatuur in het Nederlands.

In 2000 werd zij benoemd tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Zij is als gastmedewerker verbonden aan LIAS (Leiden Institute for Area Studies).

Yvette Nagel

Yvette Nagel (Hilversum, 21 juli 1964) is een Nederlands schaakster. Ze is een FIDE meester. In 1988 behaalde ze een graad aan de Universiteit van Amsterdam. Yvette is getrouwd met grootmeester Yasser Seirawan en ze is de dochter van de bekende politicus Jan Nagel die het Nederlands kampioenschap schaken 2006 naar Hilversum gehaald heeft.

Yvette is schaakjournaliste en ze versloeg het vierde "Broekhuis NK 2000 toernooi" waarin voor het eerst een schaakcomputer meespeelde. In 1981 was ze kampioen van Nederland van de meisjes en in 1983 vertegenwoordigde ze Nederland bij het wereldkampioenschap in Mexico. Ze is ook medewerkster van "America's Foundation for Chess". Yvette is lid van schaakvereniging Tal/DCG in Amsterdam. Op 12 maart 2005 werd het in Alphen aan den Rijn het Nederlands kampioenschap snelschaak voor dames gespeeld dat met 7 uit 9 door Linda Jap Tjoen San gewonnen werd. Yvette werd met 6.5 uit 9 gedeeld tweede.

Lees: Dame aan Zet: Een hobby, een beroep, een beleid (klik hier)